Volgens de SSA kan een persoon die een totale knievervanging heeft ondergaan als gehandicapt worden beschouwd als hij of zij aan bepaalde criteria voldoet, waaronder:
1. Onvermogen om fundamentele werkgerelateerde activiteiten uit te voeren:Het individu moet gedurende een langere periode niet in staat zijn om fundamentele werkgerelateerde activiteiten uit te voeren, zoals lopen, staan of tillen.
2. Beperkt bewegingsbereik:Het individu moet een beperkt bewegingsbereik hebben in de aangedane knie, wat het vermogen om dagelijkse taken uit te voeren aanzienlijk beperkt.
3. Pijn en zwelling:Het individu moet aanhoudende pijn en zwelling in de aangedane knie ervaren, die niet voldoende onder controle kan worden gehouden door medicijnen of andere behandelingen.
4. Moeilijkheden met lopen:Het individu moet moeite hebben met lopen of lopen, zelfs met het gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of rollator.
Als het individu aan deze criteria voldoet en de toestand naar verwachting ten minste twaalf maanden zal aanhouden of tot de dood zal leiden, kan hij of zij als gehandicapt worden beschouwd en in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de sociale zekerheid.
Het invaliditeitspercentage voor een totale knievervanging kan variëren van 10% tot 100%, afhankelijk van de ernst van de aandoening van het individu en de impact ervan op zijn of haar vermogen om te werken en dagelijkse activiteiten uit te voeren. Het is belangrijk op te merken dat elk geval afzonderlijk wordt beoordeeld en dat de SSA bij het bepalen van het invaliditeitspercentage rekening kan houden met aanvullende factoren, zoals de leeftijd, het beroep en de medische geschiedenis van het individu.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win