1.Conservatieve behandeling en monitoring :
- Voor niet-invasieve blaaskankers of goedaardige aandoeningen die symptomen veroorzaken, kan regelmatig toezicht en controle worden aanbevolen. Dit kan periodieke cystoscopie, beeldvorming en urinetests inhouden om eventuele veranderingen of progressie van de aandoening te volgen.
2.Intravesicale therapie :
- Instillatie van chemotherapie of immunotherapie rechtstreeks in de blaas (intravesicale therapie) kan worden gebruikt om niet-spierinvasieve blaaskanker te behandelen. Deze aanpak levert de therapie lokaal op en kan de noodzaak voor het verwijderen van de blaas vermijden.
3.Gedeeltelijke cystectomie :
- In sommige gevallen kan een gedeeltelijke cystectomie een optie zijn. Dit houdt in dat alleen het aangetaste deel van de blaas operatief wordt verwijderd, terwijl de gezonde delen behouden blijven. Deze procedure is geschikt voor patiënten met gelokaliseerde tumoren en gaat gepaard met een lager risico op complicaties vergeleken met radicale cystectomie.
4. Blaasreconstructie of urine-omleiding :
- In plaats van de blaas te verwijderen, kunnen bepaalde reconstructieve operaties worden uitgevoerd om de urinestroom om te leiden. Deze procedures kunnen bestaan uit het creëren van een nieuwe blaas uit een deel van de darm of het rechtstreeks verbinden van de urineleiders met een ander lichaamsdeel (zoals de huid of een darmsegment) voor de eliminatie van urine.
5.Bestralingstherapie :
- Externe bestralingstherapie kan worden gebruikt om blaastumoren te richten en te verkleinen. Het kan worden gecombineerd met andere behandelingen, zoals chemotherapie of een operatie, afhankelijk van het stadium en het type blaaskanker.
6.Immunotherapie :
- Immunotherapiebehandelingen (checkpointremmers) kunnen een optie zijn voor sommige patiënten met gevorderde of recidiverende blaaskanker. Deze medicijnen versterken de eigen immuunrespons van het lichaam om kankercellen te bestrijden.
7.Chemotherapie :
- Systemische chemotherapie, waarbij cytotoxische geneesmiddelen worden toegediend, kan worden gebruikt om bepaalde vormen van blaaskanker te behandelen, vooral in gevorderde stadia of wanneer andere therapieën niet effectief zijn.
8.Actief toezicht :
- In bepaalde gevallen, vooral bij niet-spierinvasieve blaaskanker met een zeer laag risico, kan actieve surveillance worden overwogen. Dit omvat nauwlettend toezicht en regelmatige controles om eventuele tekenen van ziekteprogressie op te sporen, terwijl onnodige invasieve behandelingen worden vermeden.
Het is belangrijk om deze alternatieven met een uroloog of medisch oncoloog te bespreken om de voordelen, risico's en beperkingen van elke optie te begrijpen, gebaseerd op de specifieke situatie van het individu. De keuze voor een alternatieve behandeling zal afhangen van verschillende factoren, zoals het stadium en type van de tumor, de algehele gezondheid en de voorkeuren van de patiënt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win