1. Controleer het reactievermogen van de persoon :Roep hun naam, roep en tik zachtjes op ze. Controleer of de persoon bij bewustzijn is en normaal ademt.
2. Zorg voor hun veiligheid :Als de persoon in direct gevaar verkeert, zoals een brandend huis of een verkeersongeval, breng hem of haar dan in veiligheid.
3. Maak strakke kleding los :Maak strakke kleding los, vooral rond de nek, borst of taille, om het ademen gemakkelijker te maken.
4. Leg ze op hun kant :
A. Kniel naast de persoon, iets achter zijn hoofd.
B. Maak met de dichtstbijzijnde arm een rechte hoek bij de elleboog en plaats de hand onder de wang ter ondersteuning.
C. Pak met hun andere arm de verste arm en trek over de borst om op hun wang te rusten.
D. Buig de heupen en knieën van de persoon lichtjes om ze in deze positie te stabiliseren.
5. Zorg voor een open luchtweg :Plaats het hoofd iets naar achteren om er zeker van te zijn dat de luchtweg niet wordt belemmerd. Deze positie zorgt ervoor dat de luchtwegen van de persoon open zijn en dat afscheidingen uit de mond of keel naar buiten stromen, waardoor het risico op verstikking wordt verminderd.
6. Blijf bij de persoon :Totdat medische hulp arriveert of totdat de persoon volledig bij bewustzijn is, blijf bij hem/haar en controleer zijn of haar ademhaling. Zorg ervoor dat ze in de stabiele zijligging blijven en dat ze hun luchtwegen vrijhouden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win