1. Kleine operatie:
- Betreft oppervlakkige weefsels en structuren.
- Meestal uitgevoerd onder plaatselijke verdoving.
- Voorbeelden zijn onder meer biopsieën, verwijdering van huidlaesies, hechten van snijwonden, enz.
2. Tussenliggende operatie:
- Betreft complexere anatomische structuren of organen.
- Vereist vaak algemene anesthesie.
- Voorbeelden hiervan zijn herniareparatie, blindedarmoperatie, galblaasverwijdering, etc.
3. Grote operatie:
- Betreft significante of risicovolle interventies op vitale organen of lichaamssystemen.
- Vereist algemene anesthesie en vaak intensieve postoperatieve zorg.
- Voorbeelden hiervan zijn hartchirurgie, neurochirurgie, complexe orthopedische procedures, orgaantransplantaties, enz.
4. Radicale chirurgie:
- Verwijst naar uitgebreide chirurgische ingrepen gericht op het verwijderen of behandelen van kankertumoren.
- Het omvat het verwijderen van de tumor samen met een ruime marge van omringend gezond weefsel om herhaling te voorkomen.
- Voorbeelden hiervan zijn radicale prostatectomie, radicale borstamputatie, enz.
De classificatie van chirurgie in deze categorieën is gebaseerd op verschillende factoren, waaronder de complexiteit van de procedure, de betrokken anatomische structuren, de invasiviteit van de operatie, mogelijke complicaties en de duur van het postoperatieve herstel. Chirurgen beoordelen deze factoren bij het bepalen van de juiste chirurgische aanpak en bij het beheren van de verwachtingen en risico's van de patiënt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win