Echografie kan doordringen in de meeste zachte weefsels, zoals spieren, organen en bloedvaten. Het wordt vaak gebruikt voor medische beeldvorming en diagnostische doeleinden, zoals echografieën van de buik, het hart en de foetus. Echografiegolven kunnen moeilijk door dichte weefsels zoals botten, lucht en vet gaan. Bot reflecteert ultrasone golven. Daarom verschijnen echografiebeelden van botten vaak als witte gebieden. Lucht en vet kunnen ook de ultrasone golven verstoren. Daarom kan het lastig zijn om echografiebeelden van de longen en het maag-darmkanaal te verkrijgen.