Implantatie verwijst naar het proces waarbij het bevruchte ei zich hecht aan het slijmvlies van de baarmoeder. Dit gebeurt doorgaans ongeveer 6 tot 12 dagen na de ovulatie, en pas na de implantatie begint de zich ontwikkelende foetus detecteerbare niveaus van hormonen te produceren, zoals humaan choriongonadotrofine (hCG). De aanwezigheid van hCG wordt gebruikt om de zwangerschap te bevestigen door middel van tests zoals zwangerschapstests thuis of bloedonderzoek.
Met een interne echografie kan een paar dagen na de implantatie een zwangerschap worden opgespoord. In dit stadium kan de zwangerschapszak, een met vloeistof gevulde zak die het zich ontwikkelende embryo bevat, zichtbaar zijn op de echografie. Het embryo zelf is echter mogelijk pas een paar weken later zichtbaar.
Hoewel een interne echografie een waardevol hulpmiddel is voor het monitoren van de vroege zwangerschap en het beoordelen van de ontwikkeling van de foetus, kan het daarom geen zwangerschap vóór de implantatie detecteren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win