1. Hartstilstand: Hartstilstand is een plotseling verlies van de hartfunctie waarbij het hart niet meer effectief klopt. Een defibrillator kan een levensreddende schok toedienen om een normaal hartritme te herstellen en het leven van de persoon te redden.
2. Ventriculaire fibrillatie (VF): VF is een hartritmestoornis die wordt gekenmerkt door chaotische, ongeorganiseerde samentrekkingen van de hartkamers. Het kan een hartstilstand veroorzaken en is een veel voorkomende ritmestoornis die door defibrillatoren kan worden gecorrigeerd.
3. Ventriculaire tachycardie (VT): VT is een snelle hartslag die zijn oorsprong vindt in de hartkamers. Aanhoudende VT kan gevaarlijk zijn en tot een hartstilstand leiden. Een defibrillator kan worden gebruikt om VT terug te zetten naar een normaal sinusritme.
4. Supraventriculaire tachycardie (SVT): SVT is een snelle hartslag die zijn oorsprong vindt boven de ventrikels, vaak in de atrioventriculaire (AV) knoop of de bovenste kamers (boezems) van het hart. Defibrillators kunnen soms worden gebruikt om bepaalde soorten SVT te beëindigen.
5. Cardioversie: Defibrillators kunnen ook worden gebruikt voor cardioversie, waarbij een gecontroleerde elektrische schok wordt toegediend om een snel, abnormaal hartritme, zoals atriale fibrillatie (AFib) of atriale flutter, terug te brengen naar een normaal sinusritme.
Defibrillatoren kunnen automatische externe defibrillatoren (AED's) of handmatige defibrillatoren zijn. AED's zijn ontworpen voor gebruik door niet-medisch personeel op openbare plaatsen of waar een plotselinge hartstilstand kan optreden. Handmatige defibrillatoren vereisen medische training om te kunnen werken en worden gebruikt door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg in ziekenhuizen, klinieken en andere medische omgevingen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win