[Afbeelding van de borst van een persoon met de plaatsing van de elektroden voor dextrocardie.]
Linkerarmelektrode (LA): Plaats de linkerarmelektrode op de rechterarm, net onder het schoudergewricht.
Rechterarmelektrode (RA): Plaats de rechterarmelektrode op de linkerarm, net onder het schoudergewricht.
Linkerbeenelektrode (LL): Plaats de linkerbeenelektrode op het rechterbeen, net onder het kniegewricht.
Rechterbeenelektrode (RL): Plaats de rechterbeenelektrode op het linkerbeen, net onder het kniegewricht.
Borstelektroden: Plaats de borstelektroden volgens de standaardplaatsing van de ECG-elektroden, maar spiegel de posities. De V1-elektrode zou bijvoorbeeld aan de linkerkant van het sternum in de vierde intercostale ruimte worden geplaatst, terwijl de V6-elektrode aan de rechterkant van het sternum in de vijfde intercostale ruimte zou worden geplaatst.
Door de plaatsing van de elektroden om te draaien, kan het ECG de elektrische activiteit van het dextrocardiehart nauwkeurig vastleggen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win