1. Posterieure benadering: Bij deze traditionele chirurgische aanpak wordt een incisie aan de achterkant van de heup gemaakt. Deze aanpak geeft de chirurg gemakkelijk toegang tot het heupgewricht, en wordt vaak gebruikt voor een totale heupvervangende operatie, de procedure waarbij het gehele heupgewricht wordt vervangen. Dit kan echter problemen met de piriformis-spier veroorzaken.
2. Anterieure benadering: Bij deze aanpak wordt een incisie aan de voorkant van de heup gemaakt. Het gaat niet rechtstreeks door de spieren, waardoor er na de operatie minder spierbeschadiging en minder pijn ontstaat. Deze aanpak behoudt ook de pezen van de bilspieren, de sterke spiergroep die helpt de heup te bewegen en stabiliteit aan het gewricht te bieden. Daarom wordt deze aanpak vaak gebruikt voor gedeeltelijke heupvervanging, de procedure waarbij alleen de beschadigde delen van het heupgewricht worden vervangen.
3. Laterale benadering: Deze aanpak omvat het maken van een incisie aan de buitenkant van de heup, vlakbij de trochanter major. Het maakt directe visualisatie van het heupgewricht mogelijk en wordt ook gebruikt bij totale heupvervanging.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win