Bij de bloedafname vindt er een korte afname plaats wanneer de venapunctienaald alleen de huid en het onderhuidse weefsel doordringt, maar er niet in slaagt de ader volledig binnen te dringen. Hierdoor kan het bloed niet stromen. Om dit te voorkomen, brengt u uw naald in de juiste inbrenghoek en met de juiste aderselectie in.