1. Prolactine (PRL):
- Prolactine is het meest kritische hormoon bij het stimuleren en in stand houden van de melkproductie.
- Het wordt geproduceerd door de hypofyse, een kleine klier aan de basis van de hersenen.
- De prolactinespiegels stijgen tijdens de zwangerschap en bereiken hun hoogtepunt na de bevalling.
- Prolactine werkt in op de borstklieren en bevordert de ontwikkeling van de longblaasjes, de melkafscheidende structuren en de synthese van melkbestanddelen zoals eiwitten, vetten en lactose.
2. Oxytocine (OT):
- Oxytocine is een ander essentieel hormoon dat betrokken is bij de borstvoeding.
- Het wordt ook geproduceerd door de hypofyse.
- Oxytocine stimuleert de samentrekking van de myoepitheliale cellen rond de longblaasjes, wat leidt tot het uitstoten van melk uit de borstklieren.
- Dit proces staat algemeen bekend als de melkafstotingsreflex of 'toeschietreflex'.
- De afgifte van oxytocine wordt veroorzaakt door het zuigen of het geven van borstvoeding, waardoor een positief feedbackmechanisme ontstaat dat de voortzetting van de melkproductie garandeert.
3. Oestrogeen en progesteron:
- Oestrogeen en progesteron zijn geslachtshormonen die een rol spelen bij de voorbereiding van de borstklieren op borstvoeding tijdens de zwangerschap.
- Oestrogeen bevordert de groei en ontwikkeling van de borstkanalen, terwijl progesteron de groei van de longblaasjes stimuleert.
4. Zuigstimulatie:
- Het zuigen door het kind of mechanische stimulatie van de borsten veroorzaakt de afgifte van prolactine en oxytocine.
- Deze reflex staat bekend als de neuro-endocriene reflex.
- De zuigprikkel zorgt ervoor dat de melkproductie wordt gesynchroniseerd met de voedingsbehoeften van het kind.
5. Remmende factoren:
- Factoren die de borstvoeding kunnen onderdrukken zijn onder meer stress, ondervoeding, bepaalde medicijnen en bepaalde medische aandoeningen.
- Een daling van de prolactinespiegels, vaak veroorzaakt door deze factoren, kan leiden tot een verminderde melkproductie of het stopzetten van de lactatie.
Samenvattend wordt de lactatie voornamelijk gereguleerd door prolactine en oxytocine, die respectievelijk de melkproductie en -afscheiding bevorderen. Oestrogeen en progesteron spelen een ondersteunende rol tijdens de zwangerschap, terwijl de zuigstimulatie zorgt voor een voortdurende productie als reactie op de behoeften van het kind. Verschillende andere factoren kunnen de lactatie beïnvloeden, wat de ingewikkelde hormonale en fysiologische mechanismen aantoont die betrokken zijn bij het voeden van de pasgeborene.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win