De Draize-test, ontwikkeld in de jaren veertig door John H. Draize, een toxicoloog bij de Food and Drug Administration (FDA), omvat het rechtstreeks aanbrengen van een teststof op de geschoren huid of ogen van konijnen.
Huidirritatietest :Bij de huidirritatietest wordt de teststof gedurende een bepaalde periode, doorgaans vier uur, op de geschoren huid van konijnen aangebracht. De proefdieren worden gedurende een periode van meerdere dagen geobserveerd op tekenen van huidirritatie, zoals roodheid, zwelling en blaarvorming. De ernst van de reactie wordt gescoord op basis van een gestandaardiseerde schaal.
Oogirritatietest :Voor de oogirritatietest wordt een druppel van de teststof in de conjunctivale zak van één oog van elk konijn gedruppeld. De dieren worden tijdens deze procedure niet verdoofd en hun ogen worden opengehouden om knipperen te voorkomen. Vervolgens worden de ogen regelmatig onderzocht op tekenen van irritatie, zoals roodheid, zwelling en beschadiging van het hoornvlies. De ernst van de reactie wordt ook gescoord met behulp van een gestandaardiseerde schaal.
De Draize-test is breed bekritiseerd door dierenwelzijnsgroepen en wetenschappers vanwege de inherente wreedheid jegens dieren. Dierenrechtenorganisaties beweren dat er alternatieve, niet-dierlijke methoden beschikbaar zijn voor het beoordelen van de chemische toxiciteit, en dat de Draize-test onnodig lijden en leed bij dieren veroorzaakt.
Ondanks de kritiek wordt de Draize-test in sommige landen en industrieën nog steeds gebruikt als wettelijke vereiste voor bepaalde producten, zoals cosmetica, huishoudelijke schoonmaakmiddelen en industriële chemicaliën. Er is echter een groeiende trend richting het gebruik van alternatieve testmethoden waarbij geen dieren worden gebruikt.
Alternatieve methoden :Alternatieve methoden voor het beoordelen van de chemische toxiciteit zijn onder meer in vitro (laboratorium)tests met behulp van gekweekte cellen, computermodellen en geavanceerde beeldvormingstechnieken. Deze methoden zijn bedoeld om betrouwbare informatie te verschaffen over de potentiële gevaren van chemicaliën, zonder dat er dierproeven nodig zijn.
De Draize-test blijft een controversieel onderwerp en er zijn voortdurende inspanningen van verschillende belanghebbenden, waaronder dierenwelzijnsorganisaties, onderzoekers en regelgevende instanties, om haalbare en ethische alternatieven te vinden voor dierproeven bij het beoordelen van de toxiciteit.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win