1. Tuberculinehuidtest (TST) of interferon-gamma-afgiftetest (IGRA):
- Als het TST- of IGRA-resultaat van een persoon positief is, zijn verdere tests nodig om een actieve tuberculose-infectie te bevestigen.
2. Röntgenfoto van de thorax:
- Een röntgenfoto van de thorax kan afwijkingen aan het licht brengen, zoals schaduwen of infiltraten in de longen, die op een tuberculose-infectie kunnen duiden.
3. Sputumcultuur:
- Bij een sputumkweek wordt een monster opgehoest slijm (sputum) afgenomen en geanalyseerd. Het monster wordt in een laboratorium gekweekt om te controleren op de aanwezigheid van TB-bacteriën (Mycobacterium tuberculosis).
- Er kunnen gedurende meerdere dagen meerdere sputummonsters nodig zijn om de kans op het detecteren van tuberculosebacteriën te vergroten.
4. Andere laboratoriumtests:
- Aanvullende laboratoriumtests, zoals zuurvaste bacillen (AFB)-uitstrijkjesmicroscopie, moleculaire tests of genetische sequencing, kunnen worden uitgevoerd op het sputum of andere monsters om de tbc-bacteriën te identificeren en te karakteriseren.
- Deze tests kunnen helpen bij het bepalen van het type tuberculose (bijvoorbeeld actief, latent of medicijnresistent) en als leidraad voor behandelbeslissingen.
In sommige gevallen kunnen aanvullende tests of beeldvormingsprocedures, zoals bronchoscopie of biopsieën, nodig zijn om de diagnose tuberculose te bevestigen, vooral als de eerste tests geen uitsluitsel geven of als de tuberculose-infectie zich buiten de longen bevindt (extrapulmonale tuberculose).
Het is belangrijk op te merken dat een positief TST- of IGRA-resultaat alleen geen bevestiging is van een actieve tuberculose-infectie. Verder onderzoek, zoals een sputumkweek en een röntgenfoto van de thorax, is noodzakelijk om een sluitende diagnose te stellen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win