* Buisspanning (kVp): Deze instelling bepaalt de energie van de röntgenstraling die wordt geproduceerd. Hogere kVp-waarden resulteren in röntgenstraling met hogere energie, die dieper in het lichaam kan doordringen.
* Buisstroom (mA): Deze instelling bepaalt het aantal röntgenfoto's dat wordt geproduceerd. Hogere mA-waarden zorgen ervoor dat er meer röntgenstraling wordt geproduceerd, wat de beeldkwaliteit kan verbeteren.
* Blootstellingstijd: Deze instelling bepaalt hoe lang de röntgenstralen worden uitgezonden. Langere belichtingstijden zorgen ervoor dat er meer röntgenstralen worden geproduceerd, wat de beeldkwaliteit kan verbeteren.
* Focus: Deze instelling bepaalt de grootte van de röntgenbundel. Kleinere focusformaten resulteren in scherpere beelden, maar vereisen ook een nauwkeurigere collimatie.
* Collimatie: Deze instelling bepaalt de vorm en grootte van de röntgenbundel. Een goede collimatie is essentieel om de hoeveelheid onnodige straling die wordt geproduceerd te verminderen en om de patiënt tegen onnodige blootstelling te beschermen.
* Raster: Deze instelling bepaalt of er al dan niet een raster wordt gebruikt om verstrooide röntgenstralen uit te filteren. Rasters kunnen de beeldkwaliteit verbeteren door de hoeveelheid aanwezige ruis te verminderen.
Het röntgenbedieningspaneel bevat doorgaans ook een aantal veiligheidsvoorzieningen, zoals:
* Noodstopknop: Met deze knop kunt u bij een calamiteit het röntgenapparaat onmiddellijk stopzetten.
* Stralingswaarschuwingslichten: Deze lampjes geven aan wanneer het röntgenapparaat straling uitzendt.
* Dosimeters: Deze apparaten meten de hoeveelheid straling die door het röntgenapparaat wordt geproduceerd.
Het röntgenbedieningspaneel is een essentieel onderdeel van een röntgenapparaat en speelt een cruciale rol bij het garanderen van de veiligheid van zowel de patiënt als de operator.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win