Hier leest u hoe bestralingsbehandeling kan bijdragen aan het krimpen van de tumor en de daaropvolgende chirurgische verwijdering:
1. Directe tumorcelschade :Bij radiotherapie worden stralen met hoge energie, zoals röntgenstralen, protonen of elektronen, rechtstreeks naar de tumorplaats gestuurd. Deze stralen richten zich op het DNA van tumorcellen en beschadigen het, wat leidt tot celdood of remming van hun voortplantingsvermogen. Naarmate tumorcellen worden geëlimineerd of onder controle worden gebracht, kan de totale omvang van de tumor afnemen.
2. Bloedvatschade :Radiotherapie kan ook de bloedtoevoer van de tumor beïnvloeden. Door de bloedvaten te beschadigen die de tumor voeden, kan straling de stroom van zuurstof en voedingsstoffen beperken, wat leidt tot tumorregressie en krimp.
3. Veranderingen in de micro-omgeving van de tumor :Stralingsbehandeling kan veranderingen in de micro-omgeving van de tumor teweegbrengen. Het kan het immuunsysteem stimuleren om tumorcellen te herkennen en zich erop te richten, wat leidt tot verdere tumorvernietiging en mogelijke krimp. Bovendien kan straling het bindweefsel van de tumor veranderen, waardoor het voor de chirurg zachter en gemakkelijker te manipuleren en te verwijderen is tijdens de operatie.
4. Palliatieve effecten :In gevallen waarin volledige verwijdering van de tumor niet mogelijk is, kan bestralingstherapie worden gebruikt als palliatieve maatregel om de tumor te verkleinen en de symptomen te verlichten. Door de omvang van de tumor te verkleinen, kan deze de pijn helpen verlichten, de orgaanfunctie verbeteren en de algehele kwaliteit van leven verbeteren.
5. Adjuvante en neoadjuvante therapie :Radiotherapie kan zowel vóór (neoadjuvante) als na (adjuvante) chirurgie worden toegepast. Neoadjuvante bestraling heeft tot doel de tumor vóór de operatie te verkleinen, waardoor de verwijdering ervan wordt vergemakkelijkt en mogelijk de kans op een volledige resectie wordt vergroot. Adjuvante bestraling, gegeven na de operatie, helpt eventuele achtergebleven tumorcellen te elimineren, waardoor het risico op lokaal recidief wordt verminderd.
De beslissing om bestralingstherapie te gebruiken voor het terugdringen van de tumor en chirurgische verwijdering hangt af van verschillende factoren, waaronder de grootte, locatie, het type en de algehele gezondheid van de patiënt. Oncologen en radiotherapeuten evalueren deze factoren zorgvuldig om voor elk individueel geval de meest geschikte behandelstrategie te bepalen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win