Gezondheid en ziekte gezondheid logo
straling Behandeling

Hoe wordt straling gebruikt bij kankertherapie zonder de patiënt schade te berokkenen?

Het gebruik van straling om kanker te behandelen brengt het risico met zich mee dat gezonde weefsels en organen in de buurt van de tumor worden beschadigd. Om de schade voor patiënten tijdens kankertherapie tot een minimum te beperken, worden verschillende technieken en benaderingen gebruikt:

1. Nauwkeurige targeting: Geavanceerde beeldvormingstechnologieën, zoals CT-scans en MRI, worden gebruikt om de tumor nauwkeurig te lokaliseren en de grenzen ervan in kaart te brengen. Hierdoor kunnen radiotherapeuten hoge doses straling rechtstreeks op de tumor afgeven, terwijl de blootstelling aan omliggende gezonde weefsels wordt geminimaliseerd.

2. Conformele radiotherapie: Deze techniek maakt gebruik van gespecialiseerde apparatuur om de stralingsbundel precies aan te passen aan de vorm en locatie van de tumor. Dit helpt de hoeveelheid straling die gezond weefsel bereikt te verminderen.

3. Intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT): IMRT omvat het gebruik van meerdere stralingsbundels met verschillende intensiteiten. Door de intensiteit van elke straal te regelen, kunnen radiotherapeuten een hoge dosis aan de tumor afleveren en tegelijkertijd het omliggende weefsel sparen.

4. Beeldgeleide radiotherapie (IGRT): IGRT maakt tijdens de behandeling gebruik van beeldvormingstechnologie om de positie van de tumor te volgen en een nauwkeurige toediening van straling te garanderen. Hierdoor kan tijdens de behandeling rekening worden gehouden met eventuele bewegingen of veranderingen in de locatie van de tumor.

5. Stereotactische lichaamsradiatietherapie (SBRT): SBRT levert een hoge dosis straling af in één of enkele behandelsessies. Het vereist een nauwkeurige positionering van de patiënt en een nauwkeurige planning van de behandeling om een ​​nauwkeurige toediening van hoge doses aan de tumor te garanderen.

6. Brachytherapie: Bij brachytherapie worden radioactieve bronnen direct in of nabij de tumor geplaatst. Dit maakt gerichte stralingsafgifte mogelijk om schade aan gezonde weefsels te minimaliseren.

7. Partikeltherapie: Bij deeltjestherapie, zoals protonenbundeltherapie, wordt gebruik gemaakt van geladen deeltjes zoals protonen of zwaardere ionen om straling nauwkeuriger aan de tumor af te geven, waardoor de dosis voor omliggende weefsels wordt geminimaliseerd.

8. Stralingssensibilisatoren en -beschermers: Sommige medicijnen kunnen tumorcellen gevoeliger maken voor straling, terwijl andere gezonde weefsels kunnen beschermen tegen stralingsschade. Deze middelen kunnen worden gebruikt in combinatie met bestralingstherapie om de effectiviteit ervan te vergroten en bijwerkingen te verminderen.

9. Behandelingsplanning: Stralingsoncologen werken nauw samen met medisch fysici en dosimetristen om de stralingsdoses, -hoeken en -behandelingsschema's zorgvuldig te plannen en te berekenen. Dit zorgt voor een optimale afgifte van straling aan de tumor en minimaliseert de blootstelling aan gezonde weefsels.

10. Toezicht en follow-up: Patiënten die bestralingstherapie ondergaan, worden nauwlettend gevolgd op bijwerkingen en eventuele veranderingen in hun toestand. Dankzij regelmatige vervolgafspraken kan het zorgteam de voortgang van de behandeling beoordelen, bijwerkingen beheersen en indien nodig het behandelplan aanpassen.

Door deze technieken en benaderingen te combineren, kunnen radiotherapeuten effectieve bestralingstherapie uitvoeren, terwijl de schade aan gezonde weefsels wordt geminimaliseerd en het risico op bijwerkingen op de lange termijn wordt verminderd.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win