* Celmembraan: Het celmembraan is een dunne laag die de buitenkant van de cel omringt. Het beschermt de interne componenten van de cel en helpt de vorm van de cel te behouden.
* Cytoplasma: Het cytoplasma is de geleiachtige substantie die de cel vult. Het bevat alle organellen van de cel.
* Kern: De kern is het controlecentrum van de cel. Het bevat het DNA van de cel, dat verantwoordelijk is voor het aansturen van de activiteiten van de cel.
* Endoplasmatisch reticulum: Het endoplasmatisch reticulum is een netwerk van membranen dat helpt materialen door de cel te transporteren.
* Golgi-apparaat: Het Golgi-apparaat is een complex van membranen dat helpt bij het verpakken en uitscheiden van materialen uit de cel.
* Mitochondriën: Mitochondria zijn kleine, boonvormige organellen die energie voor de cel produceren.
* Ribosomen: Ribosomen zijn kleine structuren die helpen bij het synthetiseren van eiwitten.
* Lysosomen: Lysosomen zijn kleine, zakachtige organellen die enzymen bevatten die helpen schadelijke stoffen te vernietigen.
* Immunoglobulinereceptoren: Immunoglobulinereceptoren zijn eiwitten die op het oppervlak van lymfocyten worden aangetroffen. Ze helpen de lymfocyten schadelijke stoffen te herkennen en zich eraan te binden.
* Antigeenreceptoren: Antigeenreceptoren zijn eiwitten die op het oppervlak van lymfocyten worden aangetroffen. Ze helpen de lymfocyten specifieke antigenen te herkennen en eraan te binden. Dit zijn moleculen die in verband worden gebracht met schadelijke stoffen.
Deze organellen werken allemaal samen om lymfocyten te helpen hun functies uit te voeren en het lichaam te beschermen tegen schadelijke stoffen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win