De primaire functie van lymfocyten is het herkennen, targeten en elimineren van vreemde indringers, zoals bacteriën, virussen, schimmels en andere pathogenen. Ze zijn ook verantwoordelijk voor het aanvallen en vernietigen van abnormale of kankercellen in het lichaam.
Om deze functies uit te voeren, zijn er twee hoofdtypen lymfocyten:
1. B-lymfocyten (B-cellen):
- B-cellen produceren antilichamen, dit zijn eiwitmoleculen die zich binden aan specifieke antigenen (vreemde stoffen) en helpen deze te neutraliseren en te elimineren.
- Elke B-cel produceert een specifiek antilichaam dat overeenkomt met een bepaald antigeen.
- Wanneer B-cellen voor het eerst antigenen tegenkomen, ondergaan ze een proces van activering en differentiatie tot plasmacellen, die antilichaamproducerende fabrieken zijn.
- B-cellen hebben ook een geheugenfunctie. Na een infectie transformeren sommige B-cellen in geheugen-B-cellen, die in het lichaam blijven en langdurige bescherming bieden tegen toekomstige ontmoetingen met hetzelfde antigeen.
2. T-lymfocyten (T-cellen):
- T-cellen zijn verantwoordelijk voor celgemedieerde immuniteit.
- Ze hebben een directe interactie met geïnfecteerde of kankercellen en vernietigen deze.
- Er zijn verschillende soorten T-cellen, waaronder cytotoxische T-cellen (killer-T-cellen), helper-T-cellen, regulerende T-cellen en geheugen-T-cellen, elk met een specifieke rol in de immuunrespons.
Door samen te werken vormen lymfocyten een complex netwerk dat het lichaam helpt verschillende bedreigingen voor de gezondheid te herkennen, zich eraan aan te passen en deze te elimineren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win