Bij shock gaat het lichaam in de overlevingsmodus en leidt het de bloedstroom om van niet-essentiële organen, zoals de lever, naar vitale organen zoals het hart, de hersenen en de longen. Dit kan tot leverschade leiden, omdat de verminderde toevoer van zuurstof en voedingsstoffen ertoe kan leiden dat cellen afsterven. Bovendien kan shock leiden tot het vrijkomen van schadelijke gifstoffen en enzymen, die de lever verder kunnen beschadigen. De ernst van leverschade kan variëren van mild tot ernstig en kan leiden tot complicaties op de lange termijn, zoals leverfalen en cirrose.