1. Verwerking van voedingsstoffen en metabolisme: De lever speelt een centrale rol bij het verwerken en metaboliseren van voedingsstoffen die uit het maag-darmkanaal worden opgenomen. Wanneer bloed uit de darmen de lever binnenkomt via de leverpoortader, brengt het verschillende voedingsstoffen met zich mee, zoals glucose, aminozuren, vitamines en mineralen. De levercellen (hepatocyten) nemen deze voedingsstoffen op en voeren verschillende metabolische processen uit, waaronder:
- Glycogenese en gluconeogenese: De lever zet overtollige glucose om in glycogeen voor opslag of breekt opgeslagen glycogeen af in glucose wanneer dat nodig is (glycogenolyse). Het zet ook andere voedingsstoffen, zoals aminozuren, om in glucose via een proces dat gluconeogenese wordt genoemd.
- Eiwitsynthese: De lever synthetiseert verschillende eiwitten die essentieel zijn voor lichaamsfuncties, waaronder plasma-eiwitten (bijvoorbeeld albumine) en enzymen.
- Lipidenmetabolisme: De lever speelt een sleutelrol in het lipidenmetabolisme. Het synthetiseert cholesterol, fosfolipiden en triglyceriden. Het breekt ook vetzuren af en produceert ketonen tijdens vasten of verhongering.
- Galproductie: De lever produceert gal, wat helpt bij de emulgering en vertering van vetten in de dunne darm. Galcomponenten worden in de lever gesynthetiseerd en uitgescheiden in de galkanalen, die samenkomen om de leverkanalen te vormen.
2. Ontgifting en afvalverwijdering: De lever dient als ontgiftingscentrum voor het lichaam. Het verwerkt en verwijdert verschillende gifstoffen, metabolische afvalproducten en schadelijke stoffen uit het bloed. Deze omvatten:
- Geneesmiddelenmetabolisme: De lever metaboliseert medicijnen en medicijnen en zet ze om in inactieve vormen die kunnen worden uitgescheiden.
- Ammoniakontgifting: De lever zet giftige ammoniak, geproduceerd door de afbraak van eiwitten, om in ureum, dat minder schadelijk is en via de urine wordt uitgescheiden.
- Verwijdering van bilirubine: Bilirubine, een geel pigment dat wordt geproduceerd door de afbraak van heem (het ijzerhoudende bestanddeel van hemoglobine), wordt naar de lever getransporteerd en als bestanddeel van gal uitgescheiden.
3. Opslag: De lever fungeert als opslagorgaan voor verschillende voedingsstoffen en stoffen, waaronder:
- Glycogeen: De lever slaat overtollige glucose op als glycogeen voor later gebruik wanneer de bloedsuikerspiegel daalt.
- Vitaminen en mineralen: De lever slaat vitamines (bijvoorbeeld vitamine A, D en B12) en mineralen (bijvoorbeeld ijzer en koper) op voor toekomstig gebruik.
- IJzerrecycling: De lever speelt een rol bij de ijzerrecycling door overtollig ijzer op te slaan en vrij te geven wanneer dat nodig is voor de hemoglobinesynthese.
Door ervoor te zorgen dat bloed uit de darmen door de lever gaat voordat het in de systemische circulatie terechtkomt, zorgt het hepatische portaalsysteem voor een efficiënte verwerking, metabolisme, ontgifting en opslag van voedingsstoffen, wat bijdraagt aan de algehele homeostase en het welzijn.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win