Lage albumineproductie: De lever is verantwoordelijk voor de productie van albumine, een eiwit dat helpt de vochtbalans in het lichaam te behouden. Wanneer de lever beschadigd is, produceert deze minder albumine, wat kan leiden tot een verlaging van de osmotische druk in het bloed. Hierdoor lekt er vloeistof uit de bloedvaten en in de weefsels, wat resulteert in oedeem.
Verhoogde vochtretentie: Leverinsufficiëntie kan ook leiden tot een verhoogde vochtretentie als gevolg van veranderingen in de manier waarop het lichaam met natrium en water omgaat. De lever helpt bij het reguleren van de natrium- en waterbalans in het lichaam, en als deze beschadigd is, kan deze balans verstoord worden. Dit kan leiden tot het vasthouden van natrium en water, wat verder kan bijdragen aan oedeem.
Portale hypertensie: Leverinsufficiëntie kan ook leiden tot portale hypertensie, of verhoogde druk in de poortader, de ader die bloed van de darmen naar de lever transporteert. Portale hypertensie kan ervoor zorgen dat vloeistof uit de poortader in de buik lekt, wat leidt tot ascites, een soort oedeem dat de buikholte aantast.
Lymfatische congestie: Leverstoornissen kunnen ook leiden tot lymfatische congestie, wat een verstopping is van de lymfevaten die helpen vocht uit weefsels af te voeren. Dit kan ook bijdragen aan het vasthouden van vocht en oedeem.
Daarom kan een leverfunctiestoornis resulteren in oedeem als gevolg van een combinatie van factoren, waaronder een lage albumineproductie, verhoogde vochtretentie, portale hypertensie en lymfatische congestie.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win