Bij het interpreteren van CSF-eiwitresultaten is het belangrijk om rekening te houden met de referentiebereiken die door laboratoria zijn vastgesteld, aangezien deze enigszins kunnen variëren.
Totaal eiwit:
- Normaal bereik:15 tot 45 mg/dL (milligram per deciliter)
- Verhoogde niveaus kunnen duiden op:
- Infecties, zoals meningitis en encefalitis
- Multiple sclerose
- Guillain-Barré-syndroom
- Subarachnoïdale bloeding
- CZS-tumoren
- Verlaagde niveaus kunnen wijzen op:
- Aandoeningen die de eiwitsynthese in het centrale zenuwstelsel beïnvloeden
Albumin:
- Normaal bereik:10 tot 30 mg/dl
- Verhoogde niveaus kunnen duiden op:
- Disfunctie van de bloed-hersenbarrière
- Ontstekingsaandoeningen
- Verlaagde niveaus kunnen wijzen op:
- Ernstige leverziekte
- Ondervoeding
- Nefrotisch syndroom
Immunoglobulinen:
- Normaal bereik:
- IgG:2 tot 8 mg/dl
- IgA:<2 mg/dl
- IgM:<2 mg/dl
- Verhoogde niveaus van specifieke immunoglobulinen kunnen wijzen op verschillende neurologische aandoeningen, waaronder:
- Multiple sclerose
- Neuromyelitis optica
- CZS-infecties
- Auto-immuunziekten
Oligoklonale banden:
- De aanwezigheid van oligoklonale banden (unieke bandpatronen in CSF-eiwitten) kan duiden op intrathecale antilichaamproductie en kan in verband worden gebracht met:
- Multiple sclerose
- CZS-infecties
- Paraneoplastische syndromen
Interpretatie van CSF-eiwitresultaten moet plaatsvinden in combinatie met andere klinische bevindingen, neurologische onderzoeken, beeldvormende onderzoeken en laboratoriumtests.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win