Gezondheid en ziekte gezondheid logo
leukemie
|  | Gezondheid en ziekte >  | kanker | leukemie

Waarom veroorzaken killercellen afstoting van een orgaantransplantatie?

Killercellen, ook bekend als cytotoxische T-lymfocyten of natural killer-cellen, spelen een cruciale rol in de verdedigingsmechanismen van het immuunsysteem tegen vreemde indringers en abnormale cellen. In de context van orgaantransplantatie kan de activiteit van killercellen echter leiden tot afstoting van het getransplanteerde orgaan. Dit is waarom:

1. Herkenning van buitenlandse antigenen :Na een orgaantransplantatie herkent het immuunsysteem van de ontvanger het getransplanteerde orgaan als lichaamsvreemd vanwege de aanwezigheid van verschillende antigenen op de cellen. Deze vreemde antigenen kunnen worden geïdentificeerd door de killercellen.

2. Activering van killercellen :De herkenning van vreemde antigenen veroorzaakt de activering van killercellen. Deze geactiveerde killercellen worden cytotoxisch en ontwikkelen het vermogen om cellen te vernietigen die de vreemde antigenen dragen.

3. Aanval op getransplanteerde orgaancellen :De geactiveerde killercellen infiltreren vervolgens het getransplanteerde orgaan en richten zich op de cellen die de vreemde antigenen tot expressie brengen. Ze geven cytotoxische stoffen vrij, zoals perforine en granzymen, die apoptose (geprogrammeerde celdood) in de getransplanteerde orgaancellen induceren.

4. Immuunreactiecascade :De vernietiging van getransplanteerde orgaancellen door killercellen initieert een immuunresponscascade, waarbij andere componenten van het immuunsysteem, zoals macrofagen en antilichamen, betrokken raken. Dit versterkt het afwijzingsproces nog verder.

5. Graft-versus-Host-ziekte (GVHD) :In bepaalde gevallen, zoals bij beenmergtransplantatie, kunnen de immuuncellen van de donor (inclusief killercellen) de eigen weefsels van de ontvanger aanvallen, wat leidt tot een aandoening die graft-versus-hostziekte (GVHD) wordt genoemd. GVHD draagt ​​bij aan de afstoting van het getransplanteerde orgaan en veroorzaakt schade aan verschillende ontvangende weefsels.

Om orgaanafstoting te voorkomen, worden doorgaans immunosuppressiva toegediend aan ontvangers van een transplantaat. Deze medicijnen onderdrukken de activiteit van het immuunsysteem, inclusief killercellen, en helpen de overleving van het getransplanteerde orgaan te verlengen. Immunosuppressie verhoogt echter ook het risico op infecties en andere complicaties. Het balanceren van de immuunsuppressie om afstoting te voorkomen en tegelijkertijd de bijwerkingen te minimaliseren blijft een uitdaging in de transplantatiegeneeskunde.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win