Na negen maanden zwangerschap groeit de baarmoeder doorgaans ongeveer zo groot als een kleine meloen. Het breidt zich aanzienlijk uit tijdens de zwangerschap en biedt plaats aan de groeiende foetus en het vruchtwater eromheen. Tegen het einde van het derde trimester stijgt de baarmoeder gewoonlijk tot het niveau van het middenrif of de ribbenkast van de moeder, wat aanzienlijke fysiologische veranderingen en ongemak veroorzaakt. Deze vergroting van de baarmoeder tijdens de zwangerschap oefent druk uit op andere organen, wat leidt tot veelvoorkomende ongemakken zoals frequent urineren, rugpijn en kortademigheid. Het begrijpen van de veranderingen in de omvang van de baarmoeder is van cruciaal belang voor zorgverleners die de ontwikkeling van de foetus monitoren en een gezonde zwangerschap garanderen.