Genetische factoren: Uit onderzoek blijkt dat astma een genetische component heeft, en dat personen met een familiegeschiedenis van astma een grotere kans hebben om de aandoening te ontwikkelen. Specifieke genen die verband houden met de regulering van het immuunsysteem en de luchtwegfunctie zijn geïdentificeerd als potentiële risicofactoren.
Omgevingsfactoren: Verschillende omgevingsfactoren kunnen astmasymptomen veroorzaken of verergeren. Veel voorkomende triggers zijn onder meer:
- Allergenen: Stoffen zoals pollen, huisstofmijt, huidschilfers van huisdieren, schimmelsporen en bepaalde voedingsmiddelen (bijvoorbeeld pinda's) kunnen bij gevoelige personen allergische reacties veroorzaken, wat kan leiden tot astma-aanvallen.
- Luchtverontreinigende stoffen: Blootstelling aan verontreinigende stoffen, zoals ozon, fijnstof en chemicaliën uit fabrieken en voertuigen, kan de luchtwegen irriteren en bijdragen aan astmasymptomen.
- Irriterende stoffen: Rook (tabaksrook, wierook), sterke dampen, chemicaliën en bepaalde geuren kunnen de luchtwegen irriteren en astmasymptomen veroorzaken.
- Luchtweginfecties: Virale luchtweginfecties, vooral tijdens de vroege kinderjaren, zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen van astma. De meest voorkomende ademhalingsvirussen zijn het rhinovirus, het respiratoir syncytieel virus en griep.
- Bepaalde medicijnen: Sommige medicijnen, zoals aspirine en andere niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), kunnen bij gevoelige personen astma-aanvallen veroorzaken.
Het is belangrijk op te merken dat astma geen enkele ziekte is, maar eerder een complexe aandoening met verschillende bijdragende factoren. Niet alle astmapatiënten ervaren dezelfde triggers, en de combinatie van genetische aanleg en blootstelling aan triggers uit de omgeving varieert van persoon tot persoon.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win