Patiënten met feochromocytoom zijn vaak hyperglykemisch omdat deze tumor grote hoeveelheden catecholamines uitscheidt. Deze hormonen veroorzaken een verhoogde glycogenolyse, gluconeogenese en een verminderd perifeer glucosegebruik. Met andere woorden, er is een verhoogde glucoseproductie door de lever en een verminderd vermogen van de perifere weefsels om deze glucose op te nemen, wat resulteert in hyperglykemie.
Bovendien kunnen catecholamines de insulinesecretie remmen, wat de hyperglykemie verder vergroot.