1. Hypertensie (hoge bloeddruk): Sommige bijnieradenomen kunnen hormonen produceren die catecholamines worden genoemd (zoals adrenaline en noradrenaline), wat kan leiden tot hoge bloeddruk. Deze aandoening staat bekend als feochromocytoom. Behandelingsopties voor feochromocytoom omvatten doorgaans medicatie om de bloeddruk onder controle te houden en chirurgische verwijdering van de tumor.
2. Cushing-syndroom: Bijnieradenomen kunnen ook leiden tot het syndroom van Cushing, een aandoening die wordt veroorzaakt door overmatige niveaus van het hormoon cortisol. Symptomen van het syndroom van Cushing kunnen zijn:gewichtstoename, hoge bloeddruk, insulineresistentie en veranderingen in de huidtextuur en pigmentatie. Behandelingsopties voor het syndroom van Cushing omvatten doorgaans medicatie of chirurgische verwijdering van de tumor.
3. Omvang en groei: Er kan ook rekening worden gehouden met de grootte en groeisnelheid van de tumor. Als de tumor groot is (meestal meer dan 4 cm in diameter) of snel groeit, is er een groter risico dat de tumor kanker wordt of symptomen veroorzaakt. In dergelijke gevallen kan de arts chirurgische verwijdering van de tumor aanbevelen.
4. Controle en follow-up: In de meeste gevallen van niet-kankerachtige bijniertumoren kan de arts regelmatige controle aanbevelen om eventuele veranderingen of symptomen te observeren. Dit kan periodieke bloeddrukmetingen, bloed- en urinetests en beeldvormende onderzoeken omvatten.
Het is belangrijk om een zorgverlener te raadplegen, bij voorkeur een endocrinoloog, die uw individuele situatie goed kan beoordelen, de specifieke kenmerken van de bijniertumor kan beoordelen en kan bepalen wat de beste handelwijze is op basis van uw algehele gezondheid en welzijn.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win