De aanwezigheid van abnormale cellen op een uitstrijkje duidt op een verhoogd risico op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker, maar dit betekent niet dat kanker onvermijdelijk is. De meerderheid van de CIN-gevallen is laaggradig (CIN 1) en verdwijnt vaak vanzelf zonder zich tot kanker te ontwikkelen. Voor CIN van hogere kwaliteit (CIN 2 en CIN 3) kan echter verdere evaluatie nodig zijn, zoals een colposcopie en biopsie, om de omvang van de afwijkingen te beoordelen en de beste behandelingskuur te bepalen.
Regelmatige screeningen met een Pap-uitstrijkje, samen met de juiste follow-up en behandeling indien nodig, helpen abnormale celveranderingen vroegtijdig op te sporen en de progressie naar baarmoederhalskanker te voorkomen. Het is belangrijk om door te gaan met vervolgafspraken en u te houden aan de aanbevolen behandelplannen om eventuele abnormale celbevindingen te controleren en te beheren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win