1. Autograft: Dit betreft bot dat uit het eigen lichaam van de patiënt wordt geoogst. Het bot wordt doorgaans uit een niet-kritisch gebied gehaald, zoals de heup of het scheenbeen (tibia). Autograft-bot wordt beschouwd als de gouden standaard voor bottransplantatie, omdat het een uitstekende biocompatibiliteit en een hoog succespercentage heeft.
2. Allograft: Dit is bot dat afkomstig is van een overleden donor. Allograft-bot ondergaat strenge verwerking en tests om de veiligheid en steriliteit ervan te garanderen voordat het bij chirurgische ingrepen wordt gebruikt. Het wordt vaak gebruikt als er een grote hoeveelheid bot nodig is of als autograft bot niet geschikt is.
3. Synthetische bottransplantaten: Dit zijn door de mens gemaakte materialen die kunnen worden gebruikt om botweefsel te vervangen of te vergroten. Ze zijn doorgaans samengesteld uit calciumfosfaat of andere biocompatibele materialen. Synthetische bottransplantaten kunnen worden gebruikt bij een verscheidenheid aan chirurgische procedures, waaronder botreparatie, het opvullen van botdefecten en het bevorderen van botgroei.
4. Botvervangers: Botvervangers zijn materialen die de eigenschappen van bot kunnen nabootsen en kunnen helpen bij botgenezing. Ze worden vaak gebruikt in combinatie met bottransplantaten om structurele ondersteuning te bieden en weefselregeneratie te bevorderen. Botvervangers kunnen worden gemaakt van verschillende materialen, zoals hydroxyapatiet, collageen en bioactief glas.
De keuze van de botbron voor chirurgische ingrepen hangt af van verschillende factoren, waaronder de omvang van het botdefect, de algehele gezondheid van de patiënt en de beschikbaarheid van geschikt donorbot. De chirurg zal de behoeften van het individu zorgvuldig beoordelen en de meest geschikte botbron selecteren om het beste chirurgische resultaat te bereiken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win