De alvleesklier produceert pancreassap, dat spijsverteringsenzymen bevat zoals amylase, lipase en protease, evenals bicarbonaationen om maagzuur te neutraliseren en een alkalisch milieu in de dunne darm te creëren. Gal daarentegen wordt geproduceerd door de lever en opgeslagen in de galblaas. Het helpt bij de vertering en opname van vetten door ze te emulgeren en af te breken in kleinere druppels. Gal wordt indien nodig in de dunne darm afgegeven. Daarom is het sap dat uit de alvleesklier komt pancreassap, en het sap dat uit de gal komt is gal.