De acinicellen produceren deze spijsverteringsenzymen in een inactieve vorm, zymogenen genaamd. Zymogenen worden vervolgens verpakt in blaasjes, zymogeenkorrels genaamd, en opgeslagen in de acinicellen totdat ze nodig zijn. Wanneer voedsel wordt geconsumeerd, krijgt de alvleesklier een signaal om deze spijsverteringsenzymen in de dunne darm af te geven.
De afscheiding van spijsverteringsenzymen uit de acinicellen wordt gereguleerd door een aantal hormonen, waaronder cholecystokinine (CCK) en secretine. CCK wordt vrijgegeven als reactie op de aanwezigheid van vet en eiwit in de dunne darm, terwijl secretine wordt vrijgegeven als reactie op de aanwezigheid van zuur in de dunne darm. Deze hormonen stimuleren de acinicellen om hun zymogeenkorrels vrij te geven, die vervolgens worden afgebroken tot actieve spijsverteringsenzymen.
Naast de productie van spijsverteringsenzymen produceren de acinicellen ook een kleine hoeveelheid bicarbonaationen. Bicarbonaationen helpen de zure maagbrij die in de maag wordt geproduceerd, te neutraliseren. Dit helpt bij het creëren van een meer alkalische omgeving in de dunne darm, wat nodig is voor het goed functioneren van de spijsverteringsenzymen.
De acinicellen zijn daarom een essentieel onderdeel van het spijsverteringsproces, omdat ze de spijsverteringsenzymen en bicarbonaationen produceren en vrijgeven die nodig zijn voor de afbraak en opname van voedsel.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win