- Afwijzing: Het immuunsysteem van de ontvanger kan de getransplanteerde alvleesklier aanvallen, waardoor deze faalt.
- Infectie: De getransplanteerde alvleesklier is vatbaar voor infecties, vooral in de vroege postoperatieve periode.
- Bloeden: Bloedingen kunnen tijdens of na de operatie optreden en kunnen een ernstige complicatie zijn.
- Pancreatitis: De getransplanteerde alvleesklier kan ontstoken raken, wat kan leiden tot een aandoening die pancreatitis wordt genoemd.
- Diabetes: Een pancreastransplantatie kan soms leiden tot diabetes, als de getransplanteerde pancreas niet voldoende insuline aanmaakt.
Om deze risico's en complicaties nauwlettend in de gaten te houden, worden ontvangers van een pancreastransplantatie doorgaans enkele dagen na de operatie zeer nauwlettend in het ziekenhuis gevolgd. Gedurende deze tijd zullen ze een verscheidenheid aan tests en procedures ondergaan, waaronder:
- Bloedonderzoek om de orgaanfunctie en de bloedsuikerspiegel te controleren
- Beeldvormende onderzoeken om te controleren op tekenen van afstoting of infectie
- Lichamelijke onderzoeken om de algehele gezondheid van de patiënt te beoordelen
Na ontslag uit het ziekenhuis zullen ontvangers van een pancreastransplantatie nog enkele maanden of jaren nauwlettend in de gaten worden gehouden door hun transplantatieteam. Ze zullen immunosuppressieve medicijnen moeten nemen om afstoting te voorkomen, en ze zullen worden gecontroleerd op tekenen van infectie, bloeding, pancreatitis en diabetes.
Nauwkeurige monitoring na pancreastransplantatie is essentieel om het best mogelijke resultaat voor de ontvanger te garanderen. Door complicaties vroegtijdig te identificeren en te behandelen, kan het transplantatieteam het risico op problemen op de lange termijn helpen verminderen en de algehele levenskwaliteit van de ontvanger verbeteren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win