Het risico op het ontwikkelen van alvleesklierkanker is groter bij personen die bepaalde genetische mutaties erven, zoals mutaties in de BRCA2-, CDKN2A- en Lynch-syndroomgenen. Alvleesklierkanker wordt echter doorgaans niet beschouwd als een recessieve of dominante genetische aandoening. Er wordt eerder gedacht dat het wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren.