Gezondheid en ziekte gezondheid logo
verpleeghuizen

Wat zijn de verpleegkundige verantwoordelijkheden bij het toedienen van mannitol?

Verpleegkundige verantwoordelijkheden bij het toedienen van mannitol omvatten:

1. Beoordeling:

- Beoordeel de neurologische status, het bewustzijnsniveau, de vochtbalans en de nierfunctie van de cliënt.

- Controleer vitale functies, waaronder bloeddruk, hartslag en ademhalingsfrequentie, vóór, tijdens en na toediening van mannitol.

2. Medicatievoorbereiding:

- Controleer de nauwkeurigheid van de voorgeschreven mannitoldosering, route en infusiesnelheid.

- Verdun de mannitoloplossing volgens de instructies van de fabrikant.

3. Beheer:

- Mannitol wordt doorgaans intraveneus (IV) toegediend.

- Dien mannitol langzaam toe, aangezien een snelle infusie hypotensie en verstoorde elektrolytenbalans kan veroorzaken.

- Controleer de infusiesnelheid en pas deze aan op basis van de reactie van de cliënt.

4. Vloeistofbalans:

- Houd de vloeistofinname en -productie van de cliënt nauwlettend in de gaten.

- Nauwkeurige registratie bijhouden van de hoeveelheid toegediende mannitol en de urineproductie van de cliënt.

- Stimuleer de cliënt om voldoende te drinken, tenzij dit gecontra-indiceerd is.

5. Elektrolytenmonitoring:

- Controleer regelmatig de elektrolytenniveaus van de cliënt (natrium, kalium, calcium en magnesium).

- Er kunnen zich verstoringen van de elektrolytenbalans voordoen, vooral bij langdurig gebruik van mannitol, en deze moeten mogelijk worden gecorrigeerd.

6. Neurologische monitoring:

- Beoordeel regelmatig de neurologische status van de cliënt, inclusief bewustzijnsniveau, oriëntatie, pupilreactie en motorische functie.

- Meld eventuele veranderingen in de neurologische status onmiddellijk aan de zorgverlener.

7. Beheer van bijwerkingen:

- Mannitol kan misselijkheid, braken en hoofdpijn veroorzaken. Deze bijwerkingen zijn doorgaans mild en van voorbijgaande aard.

- Er kan een osmotische diurese optreden, wat leidt tot een verstoord vocht- en elektrolytenevenwicht. Controleer op tekenen en symptomen van uitdroging, zoals verhoogde dorst, droge mond en verminderde huidturgor.

8. Onderwijs:

- Leg het doel en de mogelijke bijwerkingen van mannitol uit aan de cliënt en zijn/haar familie.

- Moedig hen aan om ongebruikelijke symptomen of zorgen te melden.

9. Documentatie:

- Documenteer alle relevante informatie over de toediening van mannitol, inclusief dosering, infusiesnelheid, onderzoeksresultaten en eventuele waargenomen bijwerkingen.

10. Samenwerking:

- Werk samen met de zorgverlener en andere leden van het zorgteam om ervoor te zorgen dat de cliënt een veilige en effectieve mannitoltherapie krijgt.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win