Er zijn veel verschillende manieren om verpleegkundige theorieën te classificeren. Een gebruikelijke manier is om ze in twee brede categorieën te verdelen:
* Grote theorieën: Deze theorieën zijn breed en abstract van opzet en proberen het hele vakgebied van de verpleegkunde te verklaren. Voorbeelden van grote theorieën zijn de Self-Care Deficit Theory van Dorothea Orem en de Environmental Theory van Florence Nightingale.
* Theorieën uit het middensegment: Deze theorieën zijn specifieker en gerichter dan de grote theorieën, en richten zich doorgaans op een bepaald aspect van de verpleegkundige praktijk. Voorbeelden van theorieën uit het middensegment zijn onder meer de Theory of Goal Attainment van Imogene King en de Theory of Human Caring van Jean Watson.
Een andere manier om verpleegkundetheorieën te classificeren is door ze in drie categorieën te verdelen op basis van hun abstractieniveau:
* Theorieën op hoog niveau: Deze theorieën zijn het meest abstract en algemeen, en richten zich doorgaans op de filosofische grondslagen van de verpleegkunde. Voorbeelden van theorieën op hoog niveau zijn de Theorie van Menselijke Zorg en de Theorie van Transpersoonlijke Zorg.
* Theorieën op het middenniveau: Deze theorieën zijn minder abstract dan theorieën op hoog niveau, en richten zich doorgaans op de relatie tussen de verpleegkundige en de patiënt. Voorbeelden van theorieën op het middenniveau zijn het Roy Adaptation Model en het Neuman Systems Model.
* Theorieën op laag niveau: Deze theorieën zijn het meest specifiek en concreet, en richten zich doorgaans op specifieke verpleegkundige interventies of technieken. Voorbeelden van theorieën op een laag niveau zijn onder meer het verpleegproces en de Five Rights of Medication Administration.
Ten slotte kunnen verpleegkundige theorieën ook worden geclassificeerd op basis van hun doel:
* Beschrijvende theorieën: Deze theorieën beschrijven de huidige stand van zaken in de verpleegkundige praktijk. Voorbeelden van beschrijvende theorieën zijn de Nursing Minimum Data Set en het Omaha-systeem.
* Voorspellende theorieën: Deze theorieën voorspellen wat er zal gebeuren in een bepaalde verpleegsituatie. Voorbeelden van voorspellende theorieën zijn de Risk-Taking Theory en de Theory of Planned Behavior.
* Prescriptieve theorieën: Deze theorieën schrijven voor hoe verpleegkundigen zouden moeten oefenen. Voorbeelden van prescriptieve theorieën zijn onder meer het verpleegproces en de normen voor professionele praktijk.
Hoe ze ook worden geclassificeerd, verpleegkundige theorieën zijn essentieel voor het begeleiden van de verpleegkundige praktijk en onderzoek. Ze bieden een raamwerk voor het begrijpen van de complexe interacties tussen verpleegkundigen, patiënten en de gezondheidszorgomgeving.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win