* Compassie: Het vermogen om de gevoelens van een ander te begrijpen en te delen. Dit is essentieel voor het opbouwen van vertrouwen en een goede verstandhouding met patiënten.
* Empathie: Het vermogen om jezelf in de schoenen van iemand anders te verplaatsen en hun perspectief te begrijpen. Dit is belangrijk voor het bieden van patiëntgerichte zorg.
* Communicatievaardigheden: Het vermogen om naar patiënten te luisteren, hun behoeften te begrijpen en medische informatie op een duidelijke en beknopte manier uit te leggen.
* Respect: Het vermogen om patiënten met waardigheid en respect te behandelen, ongeacht hun achtergrond of omstandigheden.
* Eerlijkheid: Het vermogen om eerlijk te zijn tegenover patiënten over hun diagnose, prognose en behandelingsopties.
* Integriteit: Het vermogen om ethische normen en waarden te handhaven in alle aspecten van de medische praktijk.
* Professionalisme: Het vermogen om een professionele houding en uitstraling te behouden en zich te gedragen op een manier die consistent is met de medische professie.
* Belangenbehartiging: Het vermogen om te pleiten voor de rechten en behoeften van patiënten en ervoor te zorgen dat zij de best mogelijke zorg krijgen.
* Leiderschap: Het vermogen om anderen te inspireren en te motiveren, en om samen te werken met collega's om de kwaliteit van de patiëntenzorg te verbeteren.
* Innovatie: Het vermogen om creatief te denken en nieuwe manieren te vinden om de patiëntenzorg te verbeteren.
Minst bewonderde kenmerken van artsen
* Arrogantie: Het geloof dat iemand superieur is aan anderen, en het gebrek aan respect voor de mening van anderen.
* Desinteresse: Het gebrek aan interesse in de zorgen en behoeften van patiënten.
* Incompetentie: Het gebrek aan kennis of vaardigheden om competente medische zorg te verlenen.
* Nalatigheid: Het onvermogen om op redelijke wijze voor patiënten te zorgen, met schade of letsel tot gevolg.
* Oneerlijkheid: Het liegen tegen patiënten of het achterhouden van belangrijke informatie voor hen.
* Eigenbelang: Het stellen van het eigen belang boven dat van de patiënt.
* Discriminatie: De oneerlijke behandeling van patiënten op basis van hun ras, etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid of andere persoonlijke kenmerken.
* Seksueel wangedrag: Het aangaan van seksueel contact met een patiënt of het deelnemen aan andere vormen van seksuele intimidatie.
* Misbruik van middelen: Het gebruik van illegale drugs of alcohol op een manier die iemands vermogen om de geneeskunde uit te oefenen schaadt.
* Geweld: Het plegen van fysiek of verbaal geweld tegen patiënten of collega's.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win