* Wetenschap: Artsen moeten een goed begrip hebben van de basiswetenschappen, waaronder biologie, scheikunde, natuurkunde en wiskunde.
* Geneeskunde: Artsen moeten geïnteresseerd zijn in het leren kennen van het menselijk lichaam, hoe het werkt en hoe ziekten moeten worden behandeld.
* Problemen oplossen: Artsen moeten problemen kunnen identificeren en oplossen. Ze moeten diagnoses kunnen stellen en behandelplannen kunnen ontwikkelen.
* Communicatie: Artsen moeten effectief kunnen communiceren met patiënten, hun families en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Ze moeten complexe medische informatie op een begrijpelijke manier kunnen uitleggen.
* Observatie: Artsen moeten hun patiënten kunnen observeren en eventuele veranderingen in hun toestand kunnen opmerken. Ze moeten de tekenen en symptomen van ziekten kunnen identificeren.
Persoonlijke kwaliteiten
* Compassie: Artsen moeten meelevend en empathisch zijn. Zij moeten hun patiënten en hun families kunnen begrijpen en ondersteunen.
* Integriteit: Artsen moeten eerlijk en ethisch zijn. Ze moeten altijd de behoeften van hun patiënten voorop stellen.
* Vertrouwen: Artsen moeten vertrouwen hebben in hun capaciteiten. Ze moeten zelfs onder druk beslissingen kunnen nemen.
* Flexibiliteit: Artsen moeten zich kunnen aanpassen aan veranderingen in hun omgeving. Ze moeten in verschillende omgevingen en situaties kunnen werken.
* Organisatie: Artsen moeten georganiseerd en efficiënt zijn. Ze moeten hun tijd en middelen effectief kunnen beheren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win