Hier is een algemeen overzicht van het proces:
1. Onmiddellijke afwijzing: Kort na de transplantatieoperatie kan het immuunsysteem van het lichaam een onmiddellijke afstotingsreactie lanceren. Dit kan gepaard gaan met ontstekingen en schade aan het getransplanteerde orgaan, wat leidt tot snel orgaanfalen.
2. Acute afwijzing: Dit type afstoting treedt op binnen de eerste paar weken of maanden na de transplantatie. Het immuunsysteem voert een aanval uit op het vreemde weefsel, waardoor ontstekingen en schade aan het orgaan ontstaan. Symptomen van acute afstoting kunnen koorts, koude rillingen, misselijkheid, braken, verminderde urineproductie en pijn rond de transplantatieplaats omvatten.
3. Chronische afwijzing: Deze vorm van afstoting ontstaat over een langere periode, vaak maanden tot jaren na de transplantatie. Het wordt gekenmerkt door geleidelijke ontsteking en schade aan het getransplanteerde orgaan, wat leidt tot progressief verlies van orgaanfunctie. Chronische afstoting is lastiger te behandelen en kan uiteindelijk leiden tot orgaanfalen.
De overlevingskansen van ontvangers van orgaantransplantaten zijn in de loop der jaren aanzienlijk verbeterd dankzij de vooruitgang op het gebied van immunosuppressieve medicijnen. Met goed medicatiebeheer en regelmatige monitoring kunnen veel ontvangers van een transplantatie genieten van een lang en gezond leven met hun getransplanteerde organen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win