Gezondheid en ziekte gezondheid logo
Medical Billing

Wat zijn de verschillende codestatussen?

Er zijn verschillende codestatussen die kunnen worden toegewezen aan een patiënt in een ziekenhuis of gezondheidszorgomgeving. Deze codestatusaanduidingen geven aan welk niveau van medische interventie moet worden geboden in geval van een medisch noodgeval of verslechtering van de toestand van een patiënt. Hier zijn enkele veelvoorkomende codestatuscategorieën:

1. Volledige code (Code Blauw):

- Dit is de standaardcodestatus voor de meeste patiënten, tenzij anders aangegeven.

- Het geeft aan dat alle beschikbare levensverlengende maatregelen moeten worden genomen in geval van een hart- of ademhalingsstilstand.

- Dit omvat reanimatie (cardiopulmonale reanimatie), defibrillatie, intubatie en indien nodig medicijnen.

2. Niet reanimeren (DNR):

- Een DNR-bevel betekent dat reanimatie en andere levensondersteunende interventies niet mogen worden geprobeerd als het hart van een patiënt stopt of stopt met ademen.

- Andere medische behandelingen en comfortmaatregelen zijn echter nog steeds voorzien.

3. Niet intuberen (DNI) of natuurlijke dood toestaan ​​(AND):

- Een DNI- of AND-bevel geeft aan dat intubatie, het plaatsen van een beademingsslang, niet mag worden uitgevoerd ter ondersteuning van de ademhaling.

- Andere ondersteunende maatregelen, zoals zuurstoftherapie of medicijnen, kunnen nog steeds worden verstrekt.

4. Alleen comfortmaatregelen (CMO):

- Een CMO-opdracht richt zich uitsluitend op het bieden van comfort en pijnbestrijding aan de patiënt.

- Er worden geen levensverlengende behandelingen, waaronder reanimatie of kunstmatige voeding, gestart of voortgezet.

- De waardigheid en het comfort van de patiënt zijn de primaire zorgdoelen.

5. Artsenbevelen voor levensverlengende behandeling (POLST):

- POLST is een formulier dat de voorkeuren van een patiënt voor medische behandeling in specifieke situaties schetst en in sommige rechtsgebieden kan worden gebruikt.

- Het beschrijft het niveau van medische interventie, inclusief reanimatie, intubatie en gebruik van voedingssondes, dat de patiënt in verschillende scenario's wenst.

6. Beperkte of selectieve behandeling:

- In bepaalde gevallen kan het zijn dat een patiënt bepaalde medische interventies wil, maar andere niet.

- Een patiënt kan bijvoorbeeld akkoord gaan met reanimatie, maar intubatie of kunstmatige voeding weigeren.

- Dit wordt gedocumenteerd in de medische dossiers van de patiënt.

Het is belangrijk op te merken dat beslissingen over de codestatus worden genomen in samenwerking tussen de patiënt, zijn zorgverleners en soms zijn familieleden. Zorgprofessionals zijn er verantwoordelijk voor dat de wensen en voorkeuren van de patiënt worden gerespecteerd en nageleefd. Wijzigingen in de codestatus kunnen op elk moment worden aangebracht op basis van de toestand van de patiënt en zijn of haar voortdurende gesprekken met het zorgteam.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win