1. Undergraduate-diploma (4 jaar):Je moet een bachelordiploma behalen, wat normaal gesproken vier jaar voltijdstudie vergt. Veel voorkomende bacheloropleidingen voor toekomstige artsen zijn onder meer biologie, scheikunde, natuurkunde en psychologie.
2. Medische opleiding (4 jaar):Na het behalen van je bachelordiploma moet je een medische opleiding volgen. De medische opleiding duurt doorgaans vier jaar en omvat zowel klassikaal onderwijs als klinische ervaring.
3. Residency (3-7 jaar):Na de medische opleiding moet je een residentieprogramma voltooien. Residency-programma's zijn begeleide trainingsprogramma's in een specifiek medisch specialisme, zoals interne geneeskunde, chirurgie, kindergeneeskunde of verloskunde en gynaecologie. De duur van het verblijf verschilt per specialiteit, maar varieert doorgaans van drie tot zeven jaar.
Tijdens je residentie doe je praktijkervaring op onder supervisie van ervaren artsen. Je leert hoe je patiënten diagnosticeert en behandelt, de patiëntenzorg beheert en medische procedures uitvoert.
4. Fellowship (optioneel, 1-3 jaar):Sommige artsen kiezen ervoor om na hun residentie een fellowship te voltooien. Fellowships zijn gespecialiseerde trainingsprogramma's waarmee artsen hun vaardigheden en expertise op een bepaald subspecialisme verder kunnen ontwikkelen. Fellowships duren doorgaans één tot drie jaar en zijn beschikbaar op verschillende gebieden, zoals cardiologie, oncologie of dermatologie.
In totaal duurt het doorgaans 12 tot 15 jaar opleiding en training om arts te worden. Dit omvat vier jaar bacheloropleiding, vier jaar medische opleiding en drie tot zeven jaar residentie. Sommige artsen kunnen ook een fellowship van één tot drie jaar voltooien.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win