Apothekers gebruiken een verscheidenheid aan apparatuur om hun taken uit te voeren, waaronder:
- Flessen en etiketten op recept: Apothekers gebruiken receptflessen en etiketten om medicijnen aan patiënten uit te delen. De flessen zijn meestal gemaakt van plastic of glas en hebben een kindveilige dop. Op de etiketten staat informatie over de medicatie, zoals de naam van de patiënt, de dosis en de toedieningsfrequentie.
- Meetapparatuur: Apothekers gebruiken meetapparatuur om ervoor te zorgen dat zij de juiste hoeveelheid medicatie aan patiënten verstrekken. Deze apparaten omvatten maatcilinders, pipetten en druppelaars.
- Mengapparatuur: Apothekers gebruiken mengapparatuur om medicijnen te bereiden. Deze uitrusting omvat vijzels en stampers, spatels en mengkommen.
- Compoundapparatuur: Apothekers gebruiken bereidingsapparatuur om medicijnen op maat te maken. Deze apparatuur omvat capsulemachines, tabletpersen en zalfmolens.
- Steriele uitrusting: Apothekers gebruiken steriele apparatuur om medicijnen te bereiden die bacterievrij moeten zijn. Deze uitrusting omvat autoclaven, laminaire stromingskappen en steriele handschoenen.
- Computersystemen: Apothekers gebruiken computersystemen om patiëntendossiers te beheren, medicijnen bij te houden en recepten uit te schrijven. Deze systemen zijn doorgaans geïntegreerd met andere softwaresystemen in de apotheek, zoals het apotheekbeheersysteem en het elektronisch medisch dossier.
- Telefoons: Apothekers gebruiken telefoons om met patiënten en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg te communiceren. Ze kunnen de telefoon gebruiken om vragen over medicijnen te beantwoorden, patiëntenadvies te geven of samen te werken met andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg aan patiëntenzorgplannen.
- Faxmachines: Apothekers gebruiken faxmachines om recepten en andere documenten te verzenden en te ontvangen. Ze kunnen ook faxmachines gebruiken om met andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg te communiceren.
- Kopieerapparaten: Apothekers gebruiken kopieerapparaten om kopieën te maken van recepten en andere documenten. Ze kunnen ook kopieerapparaten gebruiken om voorlichtingsmateriaal voor patiënten te maken.
- Rekenmachines: Apothekers gebruiken rekenmachines om wiskundige berekeningen uit te voeren, zoals het berekenen van medicijndoses en het bepalen van de kosten van recepten.
- Microscoop: Microscoop kan worden gebruikt om vaste doseringsvormen van medicijnen en andere farmaceutische preparaten te inspecteren voor kwaliteitscontrole en identificatie.
- Koelkast en vriezer: Apothekers gebruiken koelkasten en diepvriezers om temperatuurgevoelige medicijnen op te slaan. Deze medicijnen moeten op een constante temperatuur worden bewaard om hun potentie en werkzaamheid te behouden.
- Veiligheidsuitrusting: Apothekers gebruiken verschillende veiligheidsuitrusting, waaronder handschoenen, veiligheidsbrillen en laboratoriumjassen, om zichzelf te beschermen tegen gevaarlijke materialen en stoffen.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele verschillende soorten apparatuur die apothekers gebruiken. Apothekers moeten bekend zijn met alle apparatuur die zij gebruiken om hun werk veilig en effectief uit te voeren.