Leukocyten, of witte bloedcellen, spelen een belangrijke rol in het immuunsysteem. Ze worden geproduceerd in het beenmerg en vrijkomen in het bloed als ze volwassen worden. Er zijn verschillende soorten leukocyten, met functies variërend van bescherming tegen infectie door micro-organismen tot bescherming tegen tumoren en parasieten. Leukocyten spelen ook een belangrijke rol bij ontstekingen en allergische reacties.
Neutrofielen
Neutrofielen zijn het meest voorkomende type leukocyt. Het zijn zeer mobiele cellen en kunnen snel door het lichaam bewegen. Neutrofielen zijn vaak de eerstehulpverleners in geval van letsel of infectie en zijn betrokken bij een vroege ontsteking. Neutrofielen kunnen bacteriële en schimmelinfecties bestrijden door de binnendringende organismen te doden, die worden gedood en uit het lichaam worden verwijderd.
Eosinophils
Eosinofielen bestrijden infecties, vooral die van kleine parasieten. Ze zijn ook belangrijk bij het bestrijden van virale infecties. Veel virussen bevatten ribonucleïnezuur, of RNA, als hun genetisch materiaal. Eosinofielen bevatten moleculen die RNA vernietigen, waardoor veel virussen worden vernietigd. Eosinofielen zijn ook betrokken bij allergische reacties, evenals het ontstekingsproces dat astma veroorzaakt.
Basofielen
Basofielen spelen een belangrijke rol bij ontstekingen, vooral allergische reacties. Ze slaan histamine op, een stof die de bloedvaten verwijden en bloed in de weefsels laat vloeien, waardoor een ontsteking ontstaat. Histamine wordt vrijgegeven uit de basofielen als reactie op blootstelling aan bepaalde stoffen in het milieu die allergische reacties veroorzaken, zoals pollen. Basofielen zijn niet zo mobiel in het lichaam als andere soorten leukocyten en zijn daarom betrokken bij latere fases van ontsteking.
Lymfocyten
Monocytes
Monocyten zijn belangrijk in het aangeboren immuunsysteem, het deel van het immuunsysteem systeem dat infecties verwijdert zonder geheugen van het aanvallende organisme. Monocyten beschermen weefsels tegen binnenvallende vreemde stoffen en kunnen zich snel door het lichaam verplaatsen naar infectierocaties. Zodra ze een binnenvallend organisme of substantie bereiken, verdelen ze zich in cellen die macrofagen worden genoemd, die vervolgens het organisme opnemen en vernietigen. Vaak worden kleine stukjes van het vernietigde organisme achtergelaten zodat de lymfocyten in contact komen met antilichamen tegen, als het organisme opnieuw probeert binnen te vallen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win