Hoewel oestrogeen voornamelijk in het lichaam van een vrouw wordt aangetroffen, speelt het ook een belangrijke rol in het lichaam van een man. Hoewel geproduceerd in kleinere hoeveelheden, speelt oestrogeen een rol bij zowel de productie van libido als sperma. Wanneer de oestrogeenspiegels te laag zijn, kunnen oestrogeensupplementen worden gebruikt om de concentratie weer op een normaal niveau te brengen. Te hoge niveaus van oestrogeen kunnen echter fysieke en emotionele neveneffecten bij mannen veroorzaken.

Inleiding

Oestrogeen is het primaire hormoon dat verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van de seksuele kenmerken van vrouwen. Als zodanig kan teveel oestrogeen in het lichaam van een man de groei van borsten bij mannen vergemakkelijken, ook bekend als gynocomastia. Hoge oestrogeenspiegels kunnen ook de grootte van de testikels van een man verminderen; bij jonge mannen die door de puberteit gaan, kan dit van invloed zijn op de grootte en snelheid waarmee de zaadbal groeit.

Testosteron

Oestrogeensupplementen kunnen ook de productie van testosteron verstoren. In de hersenen van de hypothalamus zitten testosteronreceptoren. Wanneer de oestrogeenspiegels te hoog worden, kunnen ze deze receptoren verzadigen, waardoor er minder signalen naar de hypofyse gestuurd worden, die zeggen dat ze minder van het luteïniserend hormoon moeten maken. Het luteïniserend hormoon is een noodzakelijk ingrediënt voor de geslachtsklieren om testosteron te kunnen produceren.

Libido

Oestrogeensupplementen kunnen ook leiden tot een daling van het libido (geslachtsdrift) bij mannen. Libido is grotendeels afhankelijk van de niveaus van testosteron in het lichaam. Naarmate het teveel aan oestrogeen de hoeveelheid testosteron verlaagt, ervaart het mannelijke libido een daling van de activiteit.

Stemming

Een verhoogd oestrogeengehalte kan de stemmingsstabiliteit van een man beïnvloeden. Van oestrogeen is aangetoond dat het zowel de productie van norepinefrine verhoogt als de hoeveelheid dopamine die in het lichaam wordt geproduceerd, doet afnemen. Beide neurotransmitters dragen aanzienlijk bij aan stemmingsstabilisatie. Een afname van dopamine kan depressie veroorzaken, terwijl een toename van norepinefrine tot opwinding kan leiden.