Lecithine is een voedingssupplement dat meestal in twee vormen voorkomt. Droge lecithine bestaat uit vetzuren die bekend staan als fosfolipiden. Dit zijn essentiële componenten van celmembranen en het menselijk lichaam moet deze uit het dieet halen. Vloeibare lecithine, of lecithine-olie, heeft extra glycofosfolipiden die niet uitdrogen tot een poeder.

Wanneer sojaolie wordt geëxtraheerd uit planten, is een fractie gedeeltelijk olieachtig en gedeeltelijk in water oplosbaar. Die fractie staat bekend als lecithine. De vetzuren in lecithine hebben "kopgroepen" die oplosbaar zijn in water, terwijl de rest van elk molecuul niet in water oplosbaar is - het is een olie. Deze staan bekend als fosfolipiden.

Fosfolipiden in celmembranen

Fosfolipiden zijn belangrijke componenten van celmembranen. Ze organiseren zich in cellen met de olieachtige "staarten" die een laag vormen in het celmembraan. De in water oplosbare kopgroepen vormen de buitenste lagen van celmembranen.

Verschillende fosfolipiden

Het belangrijkste bestanddeel van lecithine-fosfolipiden is bekend als fosfatidylcholine. Andere fosfolipiden in lecithine omvatten fosfatide-ethanolamine, fosfatidylserine, fosfatidylinositol en fosfatidezuur. Verschillende lecithine-producten kunnen worden verrijkt met verschillende fosfolipiden voor verschillende voedingsvoordelen.

Gezondheidsvoordelen

Fosfatidylcholine is niet alleen van cruciaal belang voor celmembranen, maar ook voor neurologische processen. Het kan worden omgezet in choline, wat een kritische neurotransmitter in het menselijk lichaam is.

Vloeibaar lecithine

Vloeibare lecithine bevat glycofosfolipiden - dezelfde fosfolipiden als in lecithine korrels, maar inclusief fosfolipiden waaraan een glucosemolecuul is bevestigd . Deze zijn "olieachtig" en zorgen ervoor dat het extract een vloeistof is. Vloeibare lecithine is in het algemeen ongeveer 20 tot 30 procent vet, terwijl lecithine korrels of poeders in het algemeen minder dan 10 procent vet zijn.

, , ] ]