Suikers zijn natuurlijke koolhydraten en de eenvoudigste vorm van koolhydraten. Suikers zijn een bron van energie voor je cellen, maken deel uit van grotere, complexere moleculen en zorgen voor energieopslag. Omdat je lichaam suikers snel verteert, zorgen ze ook voor een snelle energiebron. Er zijn drie soorten suikers.
Monosacchariden
Monosacchariden zijn eenvoudige suikers, wat betekent dat ze slechts drie tot zeven koolstofatomen hebben, gerangschikt in een ketting- of ringstructuur. De 'mono' staat voor één, en betekent dat monosachariden maar één ring hebben. Twee soorten monosacchariden omvatten glucose en fructose. Glucose is de belangrijkste monosaccharide in de natuur; het is de belangrijkste energiebron voor lichaamscellen en is aanwezig in de meeste zoete vruchten, maar ook in je bloed. Fructose is de zoetste monosaccharide, aanwezig in fruit en honing.
Disacchariden
Disacchariden zijn twee eenvoudige suikers die aan elkaar zijn gekoppeld in een dubbele ring. Je lichaam moet disacchariden afbreken, net als elke andere koolhydraat dan monosacchariden, voordat je er energie van kunt krijgen. Maltose is een disaccharide. Het bestaat uit twee glucosemoleculen, terwijl sucrose bestaat uit glucose en fructose.
Polysacchariden
Polysacchariden zijn grote ketens van eenvoudige suikers, bestaande uit vele monosacchariden. Voorbeelden van polysacchariden omvatten zetmeel en glycogeen, die beide bestaan uit honderden glucose-eenheden en verschillende soorten bindmiddelen die ze bij elkaar houden. Polysacchariden dienen twee hoofdfuncties: energie opslaan die uw lichaam kan gebruiken als de externe voedselvoorziening laag is en structurele ondersteuning en bescherming biedt.
Eenvoudige en complexe koolhydraten
Monosacchariden en disacchariden zijn eenvoudige koolhydraten, terwijl polysacchariden complex zijn koolhydraten. Eenvoudige koolhydraten zijn vooral aanwezig in fruit en melk, maar ook in suikerrijke voedingsmiddelen zoals snoep en snoep. Complexe koolhydraten zitten in peulvruchten, granen en zetmeelrijke groenten zoals aardappelen, erwten en maïs. De National Institutes of Health stelt voor om meer complexe koolhydraten te eten, met name volle granen en bonen, en tegelijkertijd suikers en snoep te beperken, die weinig of geen voedingswaarde hebben.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win