Psychologieonderzoekers hebben intellectuele ontwikkeling bij kinderen en adolescenten bestudeerd sinds Sigmund Freud voor het eerst met zijn theorie over de ontwikkeling van kinderen kwam. In de moderne psychologie zijn podiumtheorieën, waarin kinderen naar de volgende fase van sociale ontwikkeling afstuderen na het voltooien van de noodzakelijke cognitieve ontwikkelingen, de norm geworden voor onderzoekers en hebben ze de basis gelegd voor onderwijssystemen en onderwijs. Twee-traps theorieën die misschien het meest worden gebruikt vandaag zijn ontwikkeld door Jean Piaget en Erik Erikson.
Piagets Stage Theory of Development
Jean Piaget brak zijn toneeltheorie in vier stadia van cognitieve ontwikkeling. De eerste fase vindt plaats tijdens de eerste twee jaar van het leven van het kind, waarin ze basisfuncties van de motoriek leert, doelgericht gedrag begint te begrijpen en objectduurzaamheid ontwikkelt. De volgende fase vindt plaats bij kinderen van twee tot zeven jaar oud en wordt gekenmerkt door een snelle toename van taalvaardigheden en het vermogen om deel te nemen aan symbolisch denken. Rond of kort na de leeftijd van zeven gaan kinderen de volgende ontwikkelingsfase in waarin ze de perspectieven van andere mensen kunnen begrijpen, maar ze kunnen nog niet in abstracte termen denken.
Erikson's Theorie van Ontwikkeling
Erik Erikson's Cognitieve ontwikkelingsstadia waren een beetje ingewikkelder dan Piagets oorspronkelijke theorie en functieconflicten die kinderen moeten oplossen voordat ze doorgaan naar de volgende fase. Een succesvolle uitkomst hebben in één fase verhoogt de kans dat de persoon een succesvolle uitkomst heeft in de volgende fase. In de eerste 18 maanden stelt Erikson bijvoorbeeld dat kinderen de crisis van 'vertrouwen versus wantrouwen' doormaken waarin ze moeten uitzoeken of ze op anderen kunnen vertrouwen om aan hun behoeften te voldoen. Rond de tijd van de tweede fase van Piaget, gaan kinderen de "autonomie versus schaamte en twijfel" -crisis in gevolgd door de "initiatief versus schuldgevoelens" -fase volgens Erikson.
Ontwikkeling als adolescenten en tieners
Zowel Erikson als Piaget deel een geloof in een belangrijke fase van ontwikkeling die begint op ongeveer 12 jaar of aan het begin van de puberteit. Gedurende deze tijd ontwikkelen kinderen een gevoel van wie ze zijn als persoon en worden ze beter in staat om dingen vanuit meerdere perspectieven te zien en abstract te denken. Erikson noemt deze crisis het stadium van 'identiteitsontwikkeling versus rolverwarring', waarin het kind grip moet krijgen op het volwassen worden en leert om doelen, meningen en attitudes te vormen en te ontwikkelen.
Morele ontwikkeling
Bovendien voor cognitieve ontwikkeling zijn er stadiumentheorieën met betrekking tot de morele ontwikkeling die mensen doormaken als ze ouder worden. Piaget geloofde dat wanneer kinderen jong zijn, ze zich houden aan moreel realisme waarin ze zich strikt houden aan de regels, ongeacht de situatie. Naarmate kinderen ouder worden, ontwikkelen ze meer interpersoonlijke relaties die leiden tot persoonlijke ontdekkingen waarbij ze beginnen te begrijpen dat regels voor het grotere goed kunnen worden verbroken.
, , ] ]
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win