ATP staat voor adenosinetrifosfaat. Het is een molecuul dat cellen gebruiken om energie op te slaan en vrij te geven. ATP wordt geproduceerd in de mitochondriën van cellen, dit zijn kleine organellen die fungeren als energiecentrales van cellen. ATP bestaat uit drie fosfaatgroepen die vastzitten aan een molecuul adenosine, een stikstofbase.
Wanneer een cel energie nodig heeft om een taak uit te voeren, breekt hij ATP af in ADP (adenosinedifosfaat) + Pi (anorganisch fosfaat). Bij deze reactie komt energie vrij die de cel kan gebruiken om verschillende processen aan te drijven, waaronder spiercontractie, zenuwtransmissie en chemische synthese.
De energie die is opgeslagen in ATP is afkomstig van de afbraak van organische moleculen, zoals koolhydraten (glucose) en vetten (lipiden), via het proces van cellulaire ademhaling. Tijdens cellulaire ademhaling reageren deze organische moleculen met zuurstof om ATP en koolstofdioxide als afvalproducten te produceren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win