Onverteerbare koolhydraten, bekend als voedingsvezels, absorberen water in het spijsverteringskanaal en bevorderen de vorming van zachte, omvangrijke ontlasting die gemakkelijk te passeren is. In de dikke darm worden bepaalde soorten vezels door bacteriën gefermenteerd om vetzuren met een korte keten te produceren, zoals acetaat, propionaat en butyraat. Acetaat en propionaat worden in de bloedbaan opgenomen, terwijl butyraat energie levert aan de cellen in de dikke darm. Galzuren, die helpen bij het verteren van vetten, worden geproduceerd in de lever en afgegeven aan de dunne darm. Sommige galzuren worden opnieuw in de bloedbaan in het ileum opgenomen en de resterende galzuren worden via de ontlasting in de dikke darm geëlimineerd. Water, elektrolyten en sommige onverteerde voedselresten blijven door de dikke darm bewegen en worden uiteindelijk geëlimineerd in de vorm van ontlasting.