1. Bicarbonaat-ionen (HCO3-): Bicarbonaationen zijn de primaire buffers in de lichaamsvloeistoffen. Ze reageren met waterstofionen (H+) om koolzuur (H2CO3) te vormen, dat vervolgens uiteenvalt in water en kooldioxide (CO2). Deze reactie helpt voorkomen dat de pH van de lichaamsvloeistoffen te zuur wordt.
2. Kooldioxide (CO2): Kooldioxide is een ademhalingszuur dat door de cellen van het lichaam wordt geproduceerd als afvalproduct van de stofwisseling. Wanneer CO2 oplost in water, vormt het koolzuur, dat uiteenvalt in H+- en HCO3--ionen. Deze reactie helpt de pH van het bloed en andere lichaamsvloeistoffen te reguleren.
3. Fosfaat-ionen (HPO42- en H2PO4-): Fosfaationen zijn een ander belangrijk buffersysteem in het lichaam. Ze kunnen reageren met H+-ionen om diwaterstoffosfaat- (H2PO4-) of waterstoffosfaat-ionen (HPO42-) te vormen, afhankelijk van de pH van de oplossing. Deze reactie helpt de pH van de lichaamsvloeistoffen binnen een nauw bereik te houden.
4. Eiwitten: Eiwitten kunnen ook als buffers fungeren door zich aan H+-ionen te binden. Dit helpt voorkomen dat de pH van de lichaamsvloeistoffen te zuur wordt. Eiwitten zijn vooral belangrijk bij het bufferen van de pH van de maag, die een zeer zure omgeving heeft.
5. Ammoniak (NH3): Ammoniak is een zwakke base die wordt geproduceerd door de deaminatie van aminozuren. Het kan reageren met H+-ionen om ammoniumionen (NH4+) te vormen, die helpen de pH van de lichaamsvloeistoffen op peil te houden. Ammoniak is vooral belangrijk bij het bufferen van de pH van de urine, die behoorlijk zuur kan zijn.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win