Tijdens anaerobe ademhaling wordt slechts een kleine hoeveelheid van de in glucose opgeslagen energie daadwerkelijk vrijgegeven en gebruikt. Het grootste deel van de energie gaat verloren als warmte. Dit komt omdat anaerobe ademhaling een minder efficiënt proces is dan aerobe ademhaling, waarbij zuurstof wordt gebruikt om glucose af te breken en energie vrij te maken.

Hier is een meer gedetailleerde uitleg van wat er gebeurt met de energie die is opgeslagen in glucose tijdens anaerobe ademhaling:

* Glycolyse: Dit is de eerste fase van anaërobe ademhaling en vindt plaats in het cytoplasma van de cel. Tijdens de glycolyse wordt glucose afgebroken tot twee moleculen pyruvaat. Bij dit proces komt een kleine hoeveelheid energie vrij, die wordt opgeslagen in de vorm van ATP (adenosinetrifosfaat).

* Pyruvaatfermentatie: Dit is de tweede fase van anaërobe ademhaling en vindt plaats in de mitochondriën van de cel. Tijdens pyruvaatfermentatie wordt pyruvaat omgezet in lactaat of ethanol. Bij dit proces komt een kleine hoeveelheid energie vrij, die ook wordt opgeslagen in de vorm van ATP.

In totaal komen bij anaerobe ademhaling slechts ongeveer 2 ATP-moleculen per molecuul glucose vrij. Dit staat in contrast met aerobe ademhaling, waarbij per molecuul glucose ongeveer 36 ATP-moleculen vrijkomen.

De reden voor dit verschil in efficiëntie is dat anaerobe ademhaling geen zuurstof gebruikt om glucose af te breken. Zuurstof is een zeer reactief element dat veel energie kan vrijgeven wanneer het reageert met andere moleculen. Zonder zuurstof kan anaërobe ademhaling niet zoveel energie uit glucose vrijmaken.

Als gevolg van de lage efficiëntie wordt anaerobe ademhaling alleen door cellen gebruikt als er geen zuurstof beschikbaar is. Als er zuurstof beschikbaar is, zullen cellen in plaats daarvan aerobe ademhaling gebruiken, omdat dit een efficiëntere manier is om energie uit glucose vrij te maken.